Les 1

Alles maakt geluid - onderbouw

Maatsoort

4/4

Aftellen

U telt vier tellen vooraf. De gitaar zet gelijk in met de zang.

Akkoorden-schema

|   Emi   | (mi = mineur)

Slagtechniek

↓                         ↓         

1            2           3          4

Wat   hoor ik      nou?


(De slagjes kan je variëren; op de 1e en de 3e tel, of zoals in het filmpje; elke tel)

Beginnoot

De dunne E-snaar (1e snaar) is de beginnoot van het liedje.

Aanleren

U zingt het liedje en de kinderen leren het al luisterend meezingen.

Extra Activiteiten

Context
De bedoeling is dat het kind zelf een geluid verzint. De hele groep doet het geluid na. Je kan verschillende onderwerpen bedenken. Bijvoorbeeld geluiden op zolder, in een bos, in de dierentuin, in de klas etc.

Bewegen
De leerling maakt een beweging bij het geluid.
Of de leerling maakt alleen de beweging zonder geluid.

Luisteren
De leerling luistert goed naar het geluid dat door een andere leerling wordt gemaakt om het precies na te doen.

Improviseren
Bedenk een nieuwe tekst bij het liedje. Bijvoorbeeld: “Wat zie ik daar? Zie je dat gebaar?”

Roverslied - middenbouw

Maatsoort

4/4

Aftellen

U telt vier tellen vooraf. De gitaar zet gelijk in met de zang.

Akkoorden-schema

|   Emi   | (mi = mineur)

Slagtechniek

↓          ↓          ↓          ↓

1          2          3          4

Geld...             goud...  

Beginnoot

De dunne E-snaar (1e snaar) is de beginnoot van het liedje.

Aanleren

U zingt het liedje en de kinderen leren het al luisterend meezingen.

Extra Activiteiten

Context
Uw groep kinderen zijn rovers, die niets heerlijker vinden dan te roven en te stelen.
U kunt ook het verhaal van Ali Baba vertellen waarin de kinderen de 40 rovers zijn.

Bewegen
De kinderen bewegen door het (speel)lokaal, zwaaiend met zogenaamde zwaarden. Laat de kinderen alleen bewegen als ze zingen. Zing in verschillende tempi.

Luisteren
Door goed te luisteren nemen ze het tempo aan dat u bepaalt. Daarop bewegen en zingen de kinderen.

Improviseren
U kunt het lied in canon zingen.

Taal van de straat - bovenbouw

Maatsoort

4/4

Aftellen

U telt vier tellen vooraf. De gitaar zet gelijk in met de zang.

Akkoorden-schema

|   Emi   | (mi = mineur)

Slagtechniek

↓          ↓          ↓          ↓
1          2          3          4

Beginnoot

De B-snaar is de beginnoot van het liedje.

Aanleren

Zing het lied een aantal keren voor en laat de leerlingen al luisterend meezingen. Ze hebben de tekst voor zich. Je kunt de tekst ook eerst ritmisch aan de leerlingen leren. Rap de tekst in het tempo van het lied. Gebruik de gitaar om dit ritmisch te ondersteunen. Speel het ritme met de rechterhand en omklem met je linkerhand alle snaren zodat de snaren niet doorklinken.

Extra Activiteiten

Context
De liedtekst sluit aan bij de taalwereld van de leerlingen. Ze kunnen zelf andere woorden invullen in plaats van chillen, relax en flex. Bedenk met de leerlingen eigen teksten die passen op de melodie en die aansluiten bij de taalwereld van uw leerlingen op dit moment.

Improviseren
Maak met uw leerlingen een ritmische begeleiding met bodysounds.