Les 2

Wie ben jij? - onderbouw

Maatsoort

4/4

Aftellen

U telt vier tellen vooraf. De gitaar zet gelijk in met de zang.

Akkoorden-schema

|   E (majeur)   |

Slagtechniek

↓          ↓          ↓           ↓

1          2          3          4   

Wie      ben      jij?

 

Beginnoot

Pak het E majeur akkoord en sla de G-snaar aan.

Aanleren

Zet de kinderen in een kring. Ieder kind roept zijn eigen naam:
“Ik ben…” de groep antwoord: “Hallo…”

Extra Activiteiten

Context
Het is een namenspelletje. De kindernamen zijn het uitgangspunt.

Bewegen
De leerling maakt een beweging bij het noemen van hun naam.
De klas imiteert deze beweging.

Luisteren
Laat de kinderen nu op hun eigen wijze roepen, zingen of fluisteren. De klas imiteert dit.

Improviseren
Bepaal als leerkracht hoeveel kinderen aan de beurt komen voordat het refrein weer wordt ingezet.

Verkeerslied - middenbouw

Maatsoort

4/4

Aftellen

U telt vier tellen vooraf. De gitaar zet gelijk in met de zang.

Akkoorden-schema

|   E (majeur)   |

Slagtechniek

↓                      ↓                                    ↓          ↓         ↓              ↓                        

1          2          3          4                        1         2         3              4

Auto’s racen   brommers sjezen   of:    Auto’s racen  brommers sjezen

Beginnoot

Zet uw vinger op het 1e vakje van de G-snaar (3e snaar) en sla deze aan.

Aanleren

U zingt het liedje en de kinderen leren het al luisterend meezingen.

Extra Activiteiten

Context
Het lied is een illustratie van het verkeer waar ook iedereen en alles door elkaar heenrijdt. Een goed lied om over het verkeer te praten.

Bewegen
Ieder kind kan een voertuig nadoen; auto, fiets, brommer bus etc. Als u gitaar speelt gaat iedereen zingen en door elkaar bewegen in uw tempo. PAS OP, niemand mag botsen.
Introduceer het woord Freeze, waarbij iedereen aan het einde van het lied stilstaat en niet meer beweegt. Speel gedurende het lied steeds sneller.

Luisteren
Door goed te luisteren nemen ze het tempo aan dat u bepaalt. Daarop bewegen en zingen de kinderen. De kinderen moeten goed luisteren wanneer u steeds sneller speelt.

Improviseren
U kunt het lied in canon zingen. U kunt ook afspreken dat iedereen begint met zingen als het kind dat zelf wil. Als je gaat ‘rijden’ dan begin je met zingen. Als je lied is afgelopen stop je met bewegen.

Notatie
Maak een tekening van je favoriete voertuig.

Blues van mijn moeder - bovenbouw

Maatsoort

4/4

Aftellen

U telt vier tellen vooraf. De gitaar zet gelijk in met de zang.

Akkoorden-schema

|   E   |   E   |   E   |   E   |

|  A7  |  A7  |  A7  |  A7  |

Slagtechniek

↓                      ↓         
1          2          3          4

Beginnoot

De B-snaar is de beginnoot van het liedje.

Aanleren

Zing het lied een aantal keren voor en laat de leerlingen al luisterend meezingen. Ze hebben de tekst voor zich.

Extra Activiteiten

Improviseren
U kunt met uw leerlingen proberen er een tweede stem bij te zingen. De tweede stem wordt gezongen op de e, dat is de e snaar (1ste). De tweede stem blijft deze toonhoogte het hele lied door zingen. Op de tweede lettergreep van het woord "moe-der", zingt dus iedereen samen dezelfde noot, de e.
Indien u op school in het bezit bent van Orff instrumentarium, kunt u in eerste instantie een aantal leerlingen deze ‘e’ laten meespelen op een klankstaaf.